jufilonainsuriname.reismee.nl

Het allerlaatste avontuur: Brownsberg en Paramaribo

Dag 80 (19 april 2014)


Lieve lezers


Vanochtend ging ik op zoek naar een kleed om op de hindoestaanse bruiloft te dragen. Na een aantal prachtige Indische jurken te passen, heb ik de perfecte voor mezelf uit kunnen kiezen. Er was wel een storende factor in die winkel: een jong puberkereltje dat me heel de tijd zat uit te lachen. Zelfs toen ik vroeg wat er zo grappig was, bleef hij gewoon lachen. Man man toch …


Lore had weer een prachtige vlecht in mijn haar gemaakt. Samen met de jurk en de vlecht was ik er helemaal klaar voor. Het was een gewaagde outfit, want alle anderen droegen een gewone avondjurk (de vrouwen) en broek met hemd (de mannen).


Met de helft van de bende, want de anderen konden niet meegaan omdat ze moesten werken, gingen we ’s avonds naar de bruiloft met een taxi. We kwamen aan in ‘Paradise’. Zo heette de locatie waar de bruiloft plaatsvond.


Het was een huis met een grote overdekte plaats ernaast. Overal hingen kleurrijke lichtjes. In het midden van de overdekte plaats stond een kleine, aparte ruimte waarin de bruid en bruidegom zouden trouwen. Het was echt indrukwekkend om te zien.


We namen plaats op tuinstoelen voor de kleine ruimte. Er was een DJ die Hindimuziek speelde. Er stonden wel meer dan honderd tuinstoelen. Langzaamaan kwam al het volk binnen. Iedereen prachtig gedresseerd. Eerst kwam het eten. Alle mannen mochten eerst eten. Daarna pas mochten de vrouwen.


We aten uit een lotusblad. Er werd pompoen, chutney, vleesballetjes, aardappels, roti, kousenband, rijst, dahl … in gedaan. Het was een gigantisch soepje in dat lotusblad. Maar best wel smakelijk… en uiteraard pikant.


Daarna werd de bruidegom van verre aangekondigd met een typische Surinaamse trommelgroep (iemand op een gigantische basdrum, en twee mensen op een snaredrum). Dat was ook indrukwekkend om te zien. Het leek wel Aladdin die in aantocht was. De bruidegom droeg namelijk een tulband en een mooi wit kostuum. Hij keek heel serieus, omdat hij niet mag lachen op zijn trouwdag.


De bruid was nog steeds verborgen. Eerst moesten alle vrouwen uit de familie van de bruid een voor een naar de bruidegom komen. Ze moesten hem goedkeuren en zegenen met een kaars. Als hij goedgekeurd werd, kreeg hij goudstukken. Dit gedeelte duurde wel eventjes.


Hierna werden er lekkere hapjes uitgedeeld, zoals bara’s. De bruid werd eindelijk aangekondigd, eveneens door dezelfde dynamische trommelgroep.


De bruid droeg een prachtig kleed met een sluier (die me deed denken aan die van een buikdanseres). Samen met een paar van haar familieleden nam ze plaats in de kleine, aparte ruimte. Iedereen in de kleine ruimte voerde rituelen met de priester uit. De bruidegom zat terwijl op een stoel in het publiek.


Na de rituelen nam hij ook plaats in de aparte ruimte met een paar van zijn familieleden. Hij ging naast de bruid zitten. Daar kwam de gelofte aan. De bruidegom die een bloemenkrans rond de nek van zijn bruid deed en vice versa, terwijl de priester vanalles in het Hindi zei.


Er werd nog veel door de priester gezegd, maar hier begrepen we niets van. De bruid en de bruidegom moesten hand in hand zeven rondjes rond het heilige vuur in het midden van de aparte ruimte lopen. Dit deden ze door een verbintenis: een lint dat aan hun kledij werd gehangen, zodat ze verbonden waren met elkaar. Daarna waren ze definitief getrouwd.


We zaten er al enkele uren. Het was al middernacht. De bruid en de bruidegom gingen naar boven, terwijl de trommelgroep hen ritmisch begeleidde en alles aan het geven was! Echt heerlijk om naar te kijken. We hoopten dat er nu tot in de vroege uurtjes gedanst zou worden, maar nee hoor… er gebeurde niets. Ze kwamen enkel nog een dessertje brengen.


Daarna kregen we te horen dat heel de familie van het bruidspaar nog moest eten en er dan pas gedanst werd. Dus pak dat het dansfeest pas rond 2u à 3u ’s nachts zou beginnen. Zo lang gingen we niet meer wachten, dus zijn we maar met de taxi terug naar huis gegaan.


Ik vond het wel prachtig wat we gezien hadden. Een fijne ervaring!


Dag 81 (20 april 2014)


Vrolijk Pasen!


Vandaag hielden we met heel de bende een ‘paasbrunch’ (eigenlijk werd het een late paaslunch) bij Maartje en Ileen thuis. Het was supergezellig en heeeeeeeerlijk J.


Jammer genoeg hebben we geen paaseitjes geraapt. Dat kennen ze hier niet in Suriname.


Snif …


Maar ik weet wel dat ons mama een zakje paaseieren voor mij opzij heeft gelegd. Dat ligt thuis lekker op mij te wachten. Joepie!! Danku mamsie!!


We maakten in de namiddag een hindoestaans nagerecht. Ik weet niet hoe je het exact schrijft, maar nanny noemt het ‘vamocelli’. Het is vermicelli met gecondenseerde en geliquideerde melk, rozijnen, amandelmelk en suiker. Julie en ik hebben het samen met nanny leren maken. Het was best een lekker resultaat! Dus lieve vrienden, als ik een Surinaamse avond houd, dan zal dit gerechtje er absoluut bij zitten!!


We maakten dit gerechtje niet zomaar… neenee, het zou voor onze gasten de volgende dag zijn. Morgen houden we ons afscheidsfeestje thuis.


’s Avonds trakteerden we nanny op een etentje in Concorde. We praatten wat en genoten van ons avondmaal. Nanny gaat ons echt wel missen. Ik zag het in haar ogen.


Daarna trokken we naar de bar van de WINgroep. Hier was er namelijk een 80s party. Ooooh, wat was het plezant! We dansten tussen de palmbomen op Michael Jackson, footloose, Madonna … Charline leerde me een dans aan, genaamd ‘shot, tik, shot shot, tik, shot, wiebel wiebel, draai, achter …’ Het was een onvergetelijke avond!


Interessant weetje:


- zoals we hier zijn aangekomen, lijken we ook zo weer te vertrekken à de waterpomp die vervelend doet!! Hij geeft geel water en het komt in stukjes uit de kraan met een gorgelend geluid.


Dag 82 (21 april 2014)


De voorlaatste dag in het huisje.


Ik waste voor de allerlaatste keer al mijn kleren met de wasmachine van nanny. We leerden van nanny hoe je banachips en bakabana maakt. Jaja vrienden, ook dit zal ik klaarmaken met de Surinaamse avond in België.


Het was ook weer een geslaagd resultaat. We gaven ons afscheidscadeau aan nanny: een foto van ons vier in een gouden kader met onze namen op de achterkant. Ze moest huilen toen ze het kreeg en gaf ons allemaal een dikke, liefdevolle brasa.


Vreemd genoeg, maar heeeeeel goed, is de pomp vanzelf gefikst. Magie!


’s Avonds hielden we ons afscheidsfeestje thuis. Charline had prachtige ballonnen gehangen die de finishing touch bij de vlaggetjes en het spandoek ‘party time’ vormden. Ze had de woonkamer ook helemaal gereorganiseerd. Het zag er gezellig uit.


We zetten alle hapjes en drank klaar. Het feest kon beginnen! We hadden ook al onze rommel waar we vanaf moesten op de tafel uitgestald: stinkende aftersun, een te kleine Surinaamse bikini, ketchup, shampoo… 2+1 gratis. Alles mocht weg voor 1 SRD. De eerste tien bezoekers kregen zelfs een gratis luciferdoosje. Wooooehoeeew!!


Een voor een kwam iedereen binnen. Echt ieeeeeeedereen was er. Behalve boer Koen, die vandaag terug naar Nederland was vertrokken. Nanny was er ook niet bij, omdat ze vond dat ze niet tussen al die jeugd thuishoorde.


Het was een supergezellig feestje waarop er uiteindelijk toch nog een gitaarsnaar was gesprongen. En ik moest die de volgende dag terug aan Rob geven! Echt typisch dat het op de laatste moment gebeurt. Dan heb ik hem maar vervangen en kon ik rustig gitaarspelen voor iedereen.


Julie, Charline en ik kregen ook ieders een prachtig cadeau van iedereen: een blaadje met foto ’s van onszelf en op de achterkant geschreven tekstjes. Het was echt superlief! Nog eens bedankt om er te zijn, om er een knalfeestje van te maken en voor het prachtige cadeau! Ik had toch echt wel een zelfgemaakt liedje verwacht… Neenee …


Het was geweldig!


Nu besef ik nog harder hoe dichtbij het komt, want binnen exact een week zitten we op het vliegtuig.


Mijn koffer is al voor het grootste deel ingepakt.


De voorlaatste nacht in het king size schimmelbed ging van start…


Dag 83 (22 april 2014)


’s Ochtends stuurden we het volgende gedeelte van ons eindwerk door. We zijn goed bezig, oh ja oh ja!


Daarna hadden we een eindgesprek met Rob, onze lokale promotor. Het was een zeeeeeeeeeeeeer positief gesprek! Hij betreurt het dat we zo snel al weer weg gaan en dat de tijd echt te snel vooruit vliegt.


We bedankten iedereen met een Mercitje (de chocolaatjes) en namen waardig afscheid.


Onze fietsen hadden we ook al binnengebracht. Echt vreemd. Afkicken van het dagelijkse fietsen …


Ik zat voor de allerlaatste keer bij de bar van de WINgroep om voor de allerlaatste keer in Suriname te skypen. Ik at ook voor de allerlaatste keer een Surinaams broodje. We namen ook afscheid van Fred, de toffe en grappige barman die voor ons een grote broer leek.


Daarna wandelden Julie en ik helemaal naar huis in de felle zon. Onze laatste dagwandeling in Nickerie.


Charline had al een deel van het huis gekuisd. Ik nam de koelkast voor mijn rekening. Helemaal vanbinnen en vanbuiten gepoetst. Het ziet er zo goed als nieuw uit. Het huis ziet er gewoonweg netjes uit!


Ik heb mijn altaartje rustig afgebroken en mijn koffer voor 95 procent ingepakt. Oh man, het voelt echt te vreemd. Ik besef het nog steeds niet hoe snel het allemaal is gegaan en dat ik binnen een week thuis zal zijn.


’s Avonds aten we ook voor de allerlaatste keer in de ‘Jungle’ met zijn allen. Waarschijnlijk een allerlaatste saotosoepje gegeten. Ooooooooh, wat heb ik er van genoten zeg J.


De allerlaatste nacht in Nieuw- Nickerie…


Morgenvroeg komt Rob ons om 11u ophalen en vertrekken we met al onze koffers naar Paramaribo. Vaarwel, Nieuw- Nickerie. Het was fijn! Ik raad het iedereen aan om hier naartoe te komen. Vooral bij nanny… een zalig huisje J We mochten eigenlijk niet klagen, ondanks de pomp, de geuren en de hoeveelheid beestjes.


Misschien komen we hier ooit nog eens terug?

Dag 84 (23 april 2014)


Al vroeg wakker. De laatste dingetjes in orde maken. Enkel mijn natte handdoeken moesten nog in mijn koffer en we moesten nog nakijken of we niets meer in het huis hadden achtergelaten. Maar eerst maakten we nog ruim op voorhand tijd voor nanny. Een waardig afscheid met een kopje thee. We hadden nog een uurtje tijd voor Rob ons kwam ophalen.


Nanny praatte bijna het hele uur vol. We hebben vooral zitten luisteren. Plotseling kwam Rob ongeveer een kwartier vroeger. We haastten ons naar boven. Handdoeken in de koffer, alles naar beneden brengen en het huis nog snel nakijken. Ik nam snel afscheid van de slaapkamer waarin ik drie maanden lang heb geslapen. We namen ook afscheid van nanny. Een dikke brasa met traantjes. We reden weg in het busje terwijl we nanny uitwuifden.


Een rit van ongeveer drie en een half uur lang ging van start.


Onderweg kwamen we een grote miereneter tegen. Hij stak rustig de straat over.


We kwamen aan in Paramaribo. We zetten onze koffers af bij Hanne, Leen en Maaike. Uiteraard hebben we er toch langer dan een uur gezeten, omdat we veel moesten bijpraten. Ze hebben toch ook wel wat meegemaakt. Een heel ander avontuur dan dat van ons.


’s Avonds aten Laetitia, Julie, Charline en ik een laatste Mexicaanse burger in Zus en Zo. Aaron kwam ons bezoeken. Samen bleven we nog een biertje drinken. We gingen vroeg slapen.


’s Nachts werd ik weeral eens wakker van het lawaai van de buren die thuiskwamen. Slechte nacht numero drie.


Dat belooft voor mijn energie die ik morgen broodnodig zal hebben!


Dag 85 (24 april 2014)


Ik was er klaar voor. Helemaal in wandelstijl met bergschoenen. Om 8u30 kwam Jan, onze chauffeur naar Brownsberg, ons aan ’t Vat ophalen. Voor de rest wisten we niet hoe het dagprogramma eruit zag.


Het was een paar uurtjes rijden. Gelukkig stond Charline ’s supergoede muziek op en konden we goed meedansen- en zingen.


Jan reed na enkele uurtjes van de weg af op een rode zandweg. Hier begon hij plots slingerend te rijden. Wow, ik moest bijna overgeven van al dat geslinger.


We kwamen aan bij het resort Brownsberg. Hier wachtten we op twee Nederlandse meisjes die ook mee zouden gaan wandelen. Ja hoor, we gingen zonder eten de hoge berg op wandelen. Mijn enige ontbijt was: een zoutcrackertje en koffie. Zoveel energie had ik dus niet.


We maakten kennis met Ro (afkorting van ‘Rohandi’), onze gids. Het was een grappige man met een radde tong en grappige uitdrukkingen: “Dan gaan we weer lekkertjes verder…”; “Is dat goedjes, schatjes?” Hij praatte nogal veel met ‘- jes’ op het einde van zijn woorden. We namen wat water, kroepoek en koekjes mee voor de wandeling. Helaas waren alle wandelstokken al weg. De zware wandeling ging van start.


Wandelend door de jungle, vooral bergaf. Ik was vergeten dat we dezelfde weg ook terug moesten wandelen, dus dat betekende: vooral bergop! Ro gaf ons veel grappige uitleg over speciale, geneeskrachtige bomen; piemelhoudertjes voor indianen; schildpadlianen; …


Uiteindelijk kwamen we aan bij de Ireneval, een prachtige waterval. Maar lang niet zo prachtig als Blanche Marie. Hier hebben we even uitgerust en een beetje gegeten. Helemaal klaar voor de terugtocht (echt niet!).


Ik besloot om als laatste te gaan, omdat ik redelijk traag ben met mijn astmatoestand. Dan kan ik moeilijk ademen bij zware inspanningen. We waren nog geen vijf minuten naar boven aan het stappen en ik kreeg al enorm veel last van mijn longen. Het was supersteil en glad. Je moest blijven doorzetten of je zou er nooit komen. Gelukkig had Ro me geholpen door me omhoog te trekken, want ik had vaak de neiging om naar achteren te vallen. Het was ook vrij vervelend om te wandelen met een bril die continu aandampte van mijn gloeiende gezicht.


Ik durfde ook niet goed mijn puffers te gebruiken, want ik word er gewoonlijk nogal high van en dat zou de wandeling er niet beter op maken. Na de derde pauze van vijf minuten, besloot ik toch maar te puffen. Gelukkig dat ik dit heb gedaan, want mijn longen waren weer helemaal open gezet. Ik kon er weer tegenaan.


Het was niet gemakkelijk en het was superzwaar, maar we hebben het toch gehaald! Laetitia, Julie en ik waren telkens achterop met Ro die ons goed ondersteunde en alle tijd gaf die we nodig hadden. Ik vind dat we geen mietjes zijn, maar dat we heel knap zijn! We hebben de zware beklimming niet opgegeven! Bravo. Charline had veel scoutservaring, waardoor ze al een heel eind verder dan ons gewandeld was.

Helemaal bezweet kwamen we terug aan bij de zitplek waar we eindelijk deftig gingen eten. Alweer nasi met bami en kip. Het smaakte toch wel.


Spijtig genoeg hebben we niet veel dieren gezien. Enkel mooie vlinders, trompetvogels en hagedissen. We hoorden wel apen en kikkers, maar we hebben ze niet gezien. Normaal gezien zie je ook herten, jaguars, miereneters, sidderalen, tapirs, everzwijnen, wasbeertjes, eekhoorns, apen… in de jungle.


Het was een prachtige, onvergetelijke ervaring waarop ik heel fier ben!


Ik vond het wel grappig dat Ro me ‘Chinees’ wilde noemen, omdat hij mijn naam constant vergat en ik enorm op een Chinees leek. Dit heb ik hier al wel vaker gehoord. Een van de kleuterjuffen van OS Van Pettenpolder vroeg ook eens aan mij of ik een volbloed blanke ben en ze dacht dat ik van Azië kwam.


We gingen ook een kijkje nemen naar het stuwmeer (Brokopondo) waar we op die locatie een prachtig uitzicht hadden. Het was echt te mooi!


Hierna bracht Jan ons terug naar de lodge in Brownsberg, genaamd ‘Ston Eiland’. Hier installeerden we ons in het gezellige hutje met vier eenpersoonsbedden en klamboes. Meer was er ook niet te zien in de aparte, kleine slaapkamertjes. We hadden een mooi uitzicht op het Brokopondo stuwmeer. Hier staken allemaal boomstammen uit. Heel indrukwekkend om te zien.


We gingen even chillen op het balkon. Ro kwam erbij zitten. We praatten wat, want meer was er niet te doen. Ik vroeg aan hem hoe al die boomstammen in het meer terecht waren gekomen. Hij was heel enthousiast over deze vraag. Een beetje té, want hij gaf hierdoor twintig minuten lang een monoloog over de hele geschiedenis en topografie van Suriname. Hij zit in zijn laatste jaar toerisme, dus het leek alsof hij zijn examenleerstof aan het opzeggen was. Hij had alles verteld en vroeg dan ‘Zijn er nog vragen?’ Ik vroeg ‘Ja, hoe komen die bomen nu in dat water?’ De vraag waarmee alles begonnen was eigenlijk.


Ik zal het verhaal hierop wel eens vertellen.


’s Avonds gingen we eten. Rarara, weeral rijst en kip. Man man toch, ik wil maandenlang geen rijst en kip meer zien als ik terug ben. Ro is heel gelovig, dus moesten we voor het eten bidden. Het was even vreemd, want ik doe dat nooit. Ik ben gewoon elke dag dankbaar dat er eten op mijn bord ligt, ook al is het weer die rijst met kip.


Daarna kropen we maar vroeg in bed, want we wilden de volgende ochtend om 6u opstaan om de zon te zien opkomen aan het stuwmeer. Ik heb die nacht zelf een blinddoek moeten maken van mijn kussensloop, omdat er standaard licht bleef branden aan onze hut. Het was heel belastend voor de ogen.


Maar toch ging slechte nacht numero vier in, want Laetitia praatte nogal regelmatig en hard in haar slaap. Gelukkig was ik niet de enige die dit hoorde, want Julie en Charline vermeldden dit ook de volgende dag.


Dag 86 (25 april 2014)


6u. Opstaan. Geen zon zien opkomen, want er waren te veel wolken. Maar het was echt supermooi om te zien. Nog een beetje zitten lachen en foto’s zitten maken met Julie. Na enkele uren hebben we lekker en stevig ontbeten.


Tegen 9u30 vertrokken we met een korjaal naar een eiland verderop. Het was nog geen vijf minuten varen. We vaarden langs de bomen in het water heen.


Op het eiland woonden enkele mensen. De mensen die hier leven, worden ook wel ‘Saramaccanen’ genoemd. We moesten eerst de mensen begroeten met ‘ Oeng weki nho’. Ze waren heel blij dat we hen in hun taal begroetten. Deze mensen woonden zeer primitief in een tent op palen. Daarna zeiden we ‘Wo waka lontoe even’ (= we gaan even wandelen).


We gingen op zoek naar apen in de bomen. Helaas hebben we ze niet kunnen spotten. Waarschijnlijk waren ze eventjes op vakantie. Hierna gaf Ro ons nog wat interessante uitleg over de groenten en vruchten die in het kostgrondje van de Saramaccanen groeiden: tajerblad, pompoen, cassave, ananas …


Daarna gingen we terug naar onze lodge. Hier hebben we ons best nog wel een paar uurtjes verveeld. Ik voelde me plots even niet goed en ben gaan rusten. Daarna bracht Jan ons terug naar Paramaribo. Het was weer enkele uren rijden.


Uiteindelijk kwamen we aan in onze guesthouse, Albergo Alberga. Hier legde ik me even op bed en viel bijna in een diepe slaap tot ik gewekt werd om onze koffers bij Hanne, Leen en Maaike te gaan halen. Stikkapot en zo bleek als een spook ging ik mee met de taxi. Ik heb de hulp van Laetitia en Charline moeten inschakelen om de 28kg zware koffer op de twee gevaarlijke trappen te dragen, want ik had de energie niet meer. Deze twee sterke dames hebben me goed geholpen en ik bewonder hun kracht enorm!


Hierna heb ik een koude douche genomen. Ik was al een beetje wakkerder dan ervoor, maar nog niet helemaal. We maakten ons helemaal klaar voor ‘Garden of Eden’, een chique Thais restaurant in Paramaribo. Het was wel even rijden, want er was een vierdaagse wandeling aan de gang in Paramaribo, waardoor het verkeer helemaal ontregeld was en alles langer duurde.


Uiteindelijk kwamen we aan in Garden of Eden. Het was indrukwekkend mooi! We kregen een tafel op het witte zand buiten. Het was een prachtige tuin met brandende fakkels en rustige muziek. We hadden uitzicht op de openluchtkeuken waar we de koks aan het werk zagen.


Het was een uitstekende service. We kregen zelfs handtassenhangers. Het eten was er in een mum van tijd en de obers vroegen telkens of we nog iets verlangden. Dat hebben we hier nog niet vaak meegemaakt in een restaurant. Meestal komen ze dik tegen hun zin naar ons toe of vergeten ze ons vaak. Maar hier dus niet! Ik heb nog nooit (zelfs niet in België) zo’n prachtig restaurant meegemaakt.


Ook het toilet was indrukwekkend mooi en rustgevend. Het was een hele kamer op zich! Ik was ook gefascineerd door het kralengordijn van het terras. Toen we weggingen, kregen we nog een prachtige lotusbloem om mee naar huis te nemen.


Aangezien het zo druk was met die wandeling, duurde het drie kwartier tot een uur voor we eindelijk een taxi hadden. De obers hadden hiervoor gezorgd. Julie had drie kwartier geleden een taxi gebeld die ons nog terug zou bellen zodra hij kon vertrekken. Uiteindelijk belde hij toen we in een andere taxi zaten. Hij bleef maar opnieuw bellen, dus besloot ik om het af te handelen door de telefoon op te nemen en mijn Russische voorkennis even te gebruiken (een paar losse woordjes dus). Het was meteen gedaan met bellen!


Slechte nacht numero vijf ging in. Ik viel wel meteen in een diepe slaap, maar ik werd in het midden van de nacht plotseling wakker van Julie die heel de twijfelaar had ingepalmd en bijna op mij lag. Ik was op het randje van het bed terecht gekomen en ik viel er bijna uit. Ik heb haar dan maar moeten wegduwen. Ik moest toch wel even lachen met dit scenario.


Dag 87 (26 april 2014)


Ik had vandaag gehoopt om naar de vlindertuin in Lelydorp te gaan. Maar helaas lieten Hanne, Maaike en Leen weten dat ze toch niet meer gingen omdat het te mooi zwemweer was. Charline wilde ook niet meer mee door financiële omstandigheden en alleen zou ik nooit in een taxi willen kruipen hier! Dus ik heb het maar moeten aanvaarden …


’s Middags zijn we met heel de bende (Antwerpenaren en Gentenaren) naar een tattooshop in Paramaribo geweest. Jolien en Linde gingen namelijk een verbindingstattoo zetten: een driehoekje. Ik wou eens graag zien hoe het in zijn werk gaat om een tattoo te zetten. Het was enorm interessant om te zien. De meisjes hebben een mooi resultaat op hun lichaam gekregen.


Hierna zijn we wat gaan rondkuieren in het centrum en hebben we daarna nog wat gechilld in de guesthouse. Tegen half zes gingen we naar de guesthouse van de Gentenaren om er samen iets te drinken. Een uur later gingen we avondeten met de dokters in het pannenkoekenhuisje. Hier heb ik een superlekkere hartige pannenkoek gegeten!!


Daarna gingen Julie en ik naar een optreden in Zus en Zo. Hanne, Leen en Maaike zaten hier al, omdat Hanne morgen verjaart. De anderen gingen ofwel terug naar hun guesthouse ofwel naar een ander optreden en een discotheek.


Het was eerst een beetje saai in Zus en Zo omdat er heel weinig volk was, maar enkele minuten nadat wij arriveerden was er al wat meer volk. Het was een gezellige, fijne avond. Toen Julie en ik wilden gaan slapen, ontdekte ze een kakkerlak in onze kamer. We waren diezelfde dag nog een kakkerlak tegengekomen, maar toen had Charline die buitengezet. Misschien was het dezelfde kakkerlak? Hoe dan ook… de kakkerlak rende voor zijn leven. We lieten de bewaker van de guesthouse met de insectenspuitbus komen. Hij heeft de kakkerlak te pakken gekregen. Na vijf minuten vond Julie de kakkerlak op zijn rug voor de deur. Hij was nog heftig aan het spartelen vechtend voor de dood. Natuurlijk moest ik hem weer drie keer doodkloppen met een magazine. Wat een hardnekkige doorzetters zijn het toch! Ik hoop echt niet dat we die kakkerlakken per ongeluk mee in onze koffer naar huis nemen …


Helemaal gerustgesteld ging de voorlaatste nacht in.


Deze keer heb ik goed doorgeslapen, want Charline en Laetitia kwamen pas om 3u in de nacht binnen. Ik heb hen totaal niet gehoord. Charline vertelde wel dat ik mijn ogen opendeed toen ze binnenkwam, maar hier weet ik niets meer van. Een beetje eng van mij …


Dag 88 (27 april 2014)


Julie, Charline en de andere vijf Gentenaren gingen ’s ochtends vroeg naar een dolfijnenonderzoek, terwijl Laetitia en ik uitsliepen. Toen we wakker werden gingen we eerst een koffietje drinken in Fort Zeelandia en daarna gingen we een kijkje nemen in het museum Fort Zeelandia zelf. Het was mijn allerlaatste Surinaamse koffietje, want om een jetlag te voorkomen mag je de dag op voorhand geen cafeïne en alcoholische dranken opnemen volgens ons mams.


Fort Zeelandia was niet groot. Het was best wel interessant, maar er werd nergens verklaard hoe het fort nu juist ontstaan is.


’s Middags kwamen Julie, Charline en de Gentenaren terug. De Gentenaren, behalve Laetitia want ze wil ons morgen uitwuiven, namen de P.N.- bus terug. We namen uitgebreid afscheid met een dikke brasa en minutenlang uitwuiven tot Linde en Anke uit het zicht waren. Het was supergrappig.


Ik heb hen een verrassinkje achtergelaten in hun trekrugzak, die ze ’s ochtends in onze hostel hadden gezet. Ik heb voor iedereen een klein tekstje geschreven en in hun trekrugzak verstopt. Wie zal zijn tekstje eerst vinden … ?


We hebben voor de rest van de dag nog gechilld in de guesthouse en nog wat genoten van de laatste uurtjes hier.


’s Avonds zijn we gaan uiteten voor Hannes verjaardag samen met Leen, Maaike, Julie, Charline en Laetitia.


En de allerlaatste nacht in Suriname gaat in.


Morgen vertrekken we om 13u met de taxi naar luchthaven Zanderij. Hier gaan we ons meteen inchecken en enkele uren moeten wachten tot het vliegtuig vertrekt en hopelijk geen vertraging heeft. Het vliegtuig vertrekt normaal gezien om 17u50. We komen dinsdag rond 8u ’s ochtends aan. Waarschijnlijk zal ik wel een wrak zijn …


Ik vond het een prachtige ervaring waarin ik veel heb ontdekt en veel heb mogen opnemen met al mijn zintuigen. Ik heb ELKE dag genoten van deze ervaring en ik heb mooie momenten beleefd met de mensen hier. Maar ik ben ook enorm blij dat ik naar huis ga, omdat ik toch wel alles en iedereen zo’n beetje mis. Je voelt het ook wel dat je drie maanden lang dag en nacht met dezelfde mensen omgaat. Je kan hier amper alleen zijn, omdat de lokale mensen (vooral de mannen) je anders continu lastig vallen. Je wordt ook continu bekeken door alles en iedereen en nagefloten door de mannen. Dat ga ik toch echt niet missen hoor.


I’m coming hoooooooomeeeeeeee!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!


Dit was wellicht mijn laatste blogverhaal. Ik hoop dat jullie er van genoten hebben en mijn avonturen goed hebben kunnen meevolgen.


Switi sranan!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!