jufilonainsuriname.reismee.nl

avontuur in Apoera, Blanche Marie en Guyana

Dag 57 (27 maart 2014)


Ramram lezers


Gisteren hadden we een gesprek met het schoolhoofd van OS 4. Het is goed verlopen. We hebben voorgesteld om een presentatie over ons project over tutorlezen aan de leerkrachten van OS 4 te geven. Dit zal plaatsvinden tijdens de pauze in de voormiddag op 8 april. We kijken er al naar uit!


We kwamen ook te weten dat ons project nog maar twee weken zal duren in plaats van drie weken. Op 17 april begint hier de paasvakantie. Maar we dachten dat de naschoolse opvang nog zou doorgaan tot 17 april. Blijkbaar was dit niet het geval.


Meteen na dit gesprek had ik met Maartje afgesproken om naar Rosio te gaan. We gingen naar hem thuis. Zoals we hadden verwacht, sprak hij geen woord tegen mij omdat ik een vreemde ben. Hij heeft me enkel aangekeken toen we elkaar voorstelden. Daarna zat hij naast me en heeft hij zich afgewend. We hebben meteen afgesproken om morgen naar de fietsenmaker te gaan, zodat zijn fiets gemaakt kan worden en zodat hij kan zien of hij daar een handje kan helpen in de week. Daarna zou ik zijn beginsituatie in verband met lezen en schrijven vaststellen in een kantoor van de WINgroep dat naast de fietsenmaker ligt.


De volgende ochtend kwam Rosio niet opdagen bij de fietsenmaker. Ik besloot om nog meer dan een halfuur te wachten. Zijn tante nam haar gsm niet op. In plaats van Rosio en zijn tante kwam er een moeder met haar kind aangewandeld. Toevallig was het kind een leerling die deelnam aan ons project. De moeder was helemaal overstuur en begon een hele uitleg enkel aan mij gericht. Ze vertelde erge dingen. Ze wist zichzelf geen raad meer en begon te huilen. Instinctief luisterde ik en ik probeerde te helpen, maar ik verwees haar vooral door naar de WINgroep, omdat men daar is opgeleid in het bieden van hulp in dergelijke situaties. Ik wandelde met hen mee en samen wachtten we, want iedereen was in vergadering. Achteraf bekeken vond ik dat ik het goed had aangepakt. Ik ben niet opgeleid om dergelijke situaties op te vangen, maar het enige dat ik kon doen was een luisterend oor zijn voor de moeder.


Na een uur waren Rosio en zijn tante niet komen opdagen. Ik belde ’s avonds nog eens en toen nam zijn tante wel op. Ze vertelde dat hij in de ochtend niet durfde gaan. Ik stelde meteen voor om de volgende dag naar hen thuis te komen en de eerste sessie daar zou laten doorgaan.


Vandaag ging het enorm goed in het tweede leerjaar. De kinderen waren heel rustig en er was geen dierentuin toen we binnenkwamen. Dit kwam allemaal omdat er een klasleerkracht aanwezig was. Onze sessie is heel goed en probleemloos verlopen. Zelfs het jongetje dat telkens opstandig deed en zelden wilde meelezen en meedoen met de muzische activiteit, deed nu moeiteloos met alles mee. Ooooh, wat was ik zo gelukkig!!


Ik voelde me ’s avonds een beetje ziek worden. Geen idee hoe dit zou komen. Het enige wat in me opkwam was de denguemug die je griep kan bezorgen of elke nacht slapen met mijn ventilator aan.


Interessant weetje:


- zelfs de shoarma is hier enorm pikant!


Dag 58 (28 maart 2014)


Vandaag stond ik op en voelde me nog slechter dan gisteren. Ik vocht heel de dag tegen het ziek zijn. Neeee, ik moest en zou meegaan naar Blanche Marie dit weekend!


’s Middags ging ik naar Rosio. Hij zat op de trap en wilde niet naar beneden komen. Elke persoon die in het huis rondliep probeerde hem naar beneden te halen, maar niets hielp.


Ik besloot naast hem op de trap te zitten en hem op allerlei manieren aan het praten te krijgen. Maar tevergeefs… hij reageerde niet. Toen ik hem een vraag stelde over de vogel die in een kooi in de kamer zat, antwoordde hij door ‘ja’ te knikken. Het was zijn vogel. Ik vroeg hem welk eten hij de vogel gaf en hij fluisterde heel zacht ‘zaad’. Hij heeft het zelfs twee keer herhaald. Net toen het gesprek aan het rollen ging, viel zijn driftige vader binnen en riep hem naar beneden. Rosio’s tante had hem opgebeld. Rosio klapte weer terug dicht en ging bliksemsnel naar beneden. Ik vreesde even dat ik erge scenario ’s te zien ging krijgen, maar de vader heeft hem niets gedaan of gezegd. Rosio reageerde nu helemaal niet meer op de dingen die ik voorlegde of vroeg.


Na een uur besloot ik door te gaan en het volgende week opnieuw te proberen. Maar zijn tante kwam er ineens aan met een gigantisch groot glas mangosap. Ik heb nog lang met de tante gepraat over Rosio.


Ik blijf erin geloven dat hij na een tijdje wel tegen mij zal praten en dat ik hem toch een beetje kan leren lezen en schrijven voor de tijd dat ik hier nog ben.


Daarna heb ik thuis nog even kleren gewassen en ik ben op deze snikhete dag met een stekende zon in mijn bed gekropen met een pijnstiller, want ik voelde me ziek, ook al had ik geen hoge koorts. Ik wou de uitstap naar Blanche Marie voor geen haar missen! Na het dutje voelde ik me al iets beter.


Julie’s vriend, Marijn, is gisteren gearriveerd. We zijn met z’n allen ’s avonds iets gaan eten in Concorde. Hier heb ik het bekende, lokale gerecht bruine bonen met rijst ofwel ‘BB+R’ geproefd. Het was echt superlekker.


We zijn allemaal heel vroeg gaan slapen, want we waren supermoe en moesten goed uitgerust zijn voor onze uitstap naar Blanche Marie morgenochtend.


Dag 59 (29 maart 2014)


Ooooh, ik heb supergoed en lang geslapen. Ik voelde me al veel beter en was helemaal klaar voor de grote uitstap!


We werden rond half elf opgehaald met een busje. We waren in totaal met vierentwintig personen: de zes Gentse stagiaires, de drie Nederlandse stagiaires drama- en beeldtherapie, de zes Nederlandse dokters, Koen, wijzelf (Charline, Julie, Marijn en ik), Lorenzo, Denzel (Lorenzo ‘s 9-jarig zoontje), de cameraman Zsa Zsa en de bootsman.


Het busje bracht ons naar Southdrain om daar in de boot richting Apoera te stappen.


Jaja, aangezien het de laatste keer was dat Lorenzo een tour naar Blanche Marie zou doen, werd er een documentaire van gemaakt en zou dit op de Surinaamse televisie komen. Lorenzo stapt namelijk in de politiek binnenkort en hij wil hier al zijn zinnen op zetten. Ook Voltzberg zal zijn allerlaatste georganiseerde tripje worden.


Na nog geen uur rijden, kwamen we aan in Southdrain. Hier laadden we de boot in met alle spullen: rugzakken, voedsel- en drankvoorraad … We konden nooit geloven dat we met vierentwintig personen en alle spullen in de boot zouden passen. Maar ja hoor, het is toch gelukt, omdat we met vijf personen op één bank gepropt zaten. Vooral de personen die uiterst links en achteraan in de boot zaten werden kletsnat. We vaarden ongeveer twee uur in de felle zon op de Corantijnrivier met aan onze linkerkant ‘Suriname’ en aan onze rechterkant ‘Guyana’. We stopten even in ‘het gele huisje’ in Guyana. Dit was een huis aan het water waarin we even gingen lunchen. Het was Chinees: tjauw mien en nasi.


Toen kwamen we aan bij de krijtrotsen van Orealla in Guyana. Daar plonsden we in het water van de Corantijnrivier. De bodem lag bezaaid met speciale kleistenen. Als je zo’n steen brak en de helften over elkaar wreef, kwam er een vloeistof uit waarmee je jouw huid kon scrubben.


Na dit heerlijke plonsje stapten we terug in de boot om vervolgens nog een uur naar Apoera te varen.


Vlak voor de avondschemering kwamen we aan in Apoera. Wow, het was echt prachtig! Een mooi terras aan de Corantijnrivier; een trap die naar boven leidde; bovenaan stond een groot huis met gewone slaapkamers, een keuken, toiletten en douches, de eetruimte onder een afdak; een hangmattenkamp ernaast. Dit had ik echt niet verwacht.


De avonturiers hingen meteen hun hangmat op in de hut naast het grote huis. Ik was één van de avonturiers, samen met Charline, Lore, Ileen, Femmi en Hélène. De anderen sliepen in de slaapkamers. De hangmatslapers hadden een prachtig uitzicht over de Corantijnrivier.


Het avondeten werd klaargemaakt. Ik hielp een handje mee met het schillen van aardappelen en cassave. Er stond ‘Bravosoep’ op het menu, een creoolse maaltijd. Het was echt een lekker soepje. Het lijkt vooral op waterzooi, maar dan met Surinaamse ingrediënten en suuuuuuperveel look.


Het werd een gezellige avond. We praatten met zijn allen en speelden spelletjes: hints, liedjes zingen, wie is het …


Normaal gezien konden we naar de discotheek in Apoera gaan, maar niemand had er zin in. Iedereen was te moe en het werd te laat vermeld.


Heel moe ging ik voor de anderen al in mijn hangmat liggen. Ik viel in slaap met het geluid van luide krekels en een raar insect dat een enorm vreemd, krakend geluid maakte. Er sprongen ook telkens kleine kikkers op mijn klamboe. De volgende ochtend moesten we er vroeg uit, want dan trokken we naar de watervallen van Blanche Marie.


Interessant weetje:


- ‘bacove’ is eigenlijk de Surinaamse benaming voor een banaan die wij in Europa kennen en ‘banaan’ is in Suriname iets anders dan de banaan die wij kennen. Het lijkt op een banaan, maar het proeft helemaal anders.


Dag 60 (30 maart 2014)


Vandaag was ik als eerste vroeg wakker door het geluid van een zwerm vogels in de bomen. Ik hoopte de zon eens te zien opkomen, maar helaas… het was al licht.


We hebben stevig ontbeten: een paar tasjes straffe koffie, boterhammen met scrumbled egg à la Lorenzo en als afsluiter een lekker stukje pompelmoes.


Rond 9u vertrokken we met twee jeeps en een busje richting Blanche Marie. Er waren maar 8 plaatsen in totaal om in de laadbak van de jeep te zitten. De plaatsen waren al snel bezet… zoals Charline het altijd zegt, ‘het leven is voor de snellen’. Maar mijn tijd ging nog komen hoor …


Degenen die in de laadbak zaten, zaten na een uur rijden helemaal onder het rood-oranje stof van de zandweg op weg naar Blanche Marie. Op een bepaald moment reden we ineens in de dichte jungle. Je kon de bladeren zo aanraken. We spotten continu felblauwe vlinders, genaamd ‘morpho menelaus’. Ik probeerde telkens een foto te nemen van deze vlinder, maar na een tiental pogingen heb ik het toch maar opgegeven. De foto zat in mijn hoofd, dacht ik. We hebben geen slangen, jaguars of vogelspinnen gezien.


Na een Chinese lunch in Blanche Marie, maakten we een wandeling op onze flip flops door de jungle naar de watervallen. Ja hoor, daar hadden we het weer… de bootsman kwam naast me wandelen en begon met me te praten. Ik vond het op zich niet zo erg, maar op den duur vond ik hem iets te vriendelijk en drong hij zich op. Zoals we intussen wel weten, kunnen Surinaamse mannen geen ‘nee’ aanvaarden. Ik voelde me niet op mijn gemak.


Veilig en wel kwamen we aan bij de indrukwekkende watervallen. We hebben erin gezwommen. Maar het deed soms wel pijn, omdat er niet-zichtbare rotsen in het water zaten. Dus hier en daar botste ik er wel eens tegen. Het water had een harde stroom die je snel meesleurde. Gelukkig kon ik me telkens aan een rots of aan iemand anders vastgrijpen.


Oh man, het was een zalig en zuiverend gevoel om vlak onder de waterval te staan. We hadden enorm veel geluk met het weer vandaag, want de zon heeft ons heel de dag vergezeld. We gingen zwemmen in een rustigere stroom, iets lager gelegen. Maar na een tijdje spotte Lorenzo een sidderaal in het water. Sidderalen geven stroomstoten af. Als een sidderaal je met zijn kop en staart aanraakt, krijg je een elektrische schok door je lichaam. Het kan levensgevaarlijk zijn. Dus dit wil je absoluut niet meemaken! Iedereen ging snel weer uit het laaggelegen water.


Uiteindelijk wandelden we terug en vertrokken weer richting Apoera. Marijn, Julie en ik gingen als de bliksem meteen in de laadbak van een jeep. Wow, het was echt geweldig om door de dichte jungle te rijden in een laadbak, ondanks het continu ontwijken van een tak en het constant verschuivende bankje waarop we zaten. Het leek net op een videospelletje. Soms was ik zo gefascineerd door de dingen om me heen, waardoor ik een takje niet zag aankomen… dit kwam als een zweepslag in mijn gezicht. Het was een hilarische rit! Vooral toen er een korte, stevige regenbui op ons neerkwam. Er kwam een heerlijke, speciale geur van regen vrij in het oerwoud. Dat was nu echt eens genieten J. We hebben ook twee papegaaien in de lucht gespot.


Ik had er toch wel genoeg van toen we terug op de grote zandweg terecht kwamen, met al het opwaaiende, rode stof. Er was ook een superharde tegenwind, omdat de chauffeur zo’n 70 km/h reed. Ik kon mijn ogen gewoon niet meer openhouden. Ik was zelfs bang dat mijn bril zou wegwaaien. Julie en ik hebben de rest van de rit gebukt gezeten, om uit de stevige wind te blijven. Marijn niet… dit was aan zijn rood-oranje gezicht te merken toen we allemaal uitstapten. Julie en ik zaten uiteindelijk ook een beetje onder het rood-oranje stof.


Ik was stikkapot van de lange, winderige rit. We hebben nog wat hout gesprokkeld voor het geplande kampvuur in de avond en gingen ons daarna douchen.


Toen ik supermoe op een stoel voor de douche braafjes op mijn beurt zat te wachten, kwam die Surinaamse bootsman weer naar mij. Hij vroeg of ik die avond mee iets wilde gaan drinken met hem in Apoera. Man man man… Waarom sprak hij eens geen ander meisje aan en enkel mij? We zaten er wel met zo’n vijftien vrouwen! Ik was een beetje geïrriteerd en snauwde hem af met een korte ‘NO!’ (ja, hij sprak enkel Engels).


Na een lekkere frisse douche en een koffie voelde ik me al veel beter en wakkerder.


’s Avonds aten we Europees: spaghetti! (ook met heel veel look, dus we aten look met spaghetti).


Het regende heel de avond enorm hard en lang. Maar uiteindelijk hebben we nog heel laat een kampvuur gehouden. Er heerste een gezellige sfeer. Denzel, de goochelaar, liet een paar grave trucjes zien met de kaarten. Ik ben heel laat in mijn hangmat gaan liggen. Mijn rug was kapot van de boot de vorige dag en van de jeep vandaag. Ai ai ai …


Dag 61 (31 maart 2014)


Deze ochtend werd ik weer vroeg wakker door de vogels en ook omdat ik heel dringend naar het toilet moest. Het was nog heel donker. Ik besloot wakker te blijven, want ik wou de zon echt eens zien opkomen. Helaas waren er te veel wolken en heb ik de zon niet kunnen zien.


Toen iedereen wakker was, hebben we onze spullen ingepakt. Na alweer een stevig en lekker ontbijt, laadden we de boot in. We maakten een wandeling op onze flip flops naar de haven in Apoera. Er was eigenlijk niet zoveel te zien, behalve bauxiet, omgehakte boomstammen en een oude treinwagon. We werden opgehaald door de boot en vaarden een klein stukje richting indianendorp, genaamd ‘Kwamala’.


Helaas hadden we te weinig tijd gekregen om het dorpje deftig te kunnen bezichtigen. Ik zag zelfgemaakte houten hutjes; naaktrondlopende kinderen; zonnepanelen (jaja, heel modern in zo’n indianendorp); kralen die gebakken werden; indiaanse vrouwen die zelfgemaakte sieraden verkochten. Alles wat ze gemaakt hadden, was zo mooi… uiteindelijk heb ik een verrassing gekocht voor het thuisfront en een papegaaienkroon. Over de kroon twijfelde ik heel hard, want een vogelvriend als ik vond het supererg voor de papegaai die hiervoor gepluimd werd! Ik voelde me een verrader, maar ik heb het toch gekocht.


Iedereen ging snel terug de boot in, richting Orealla in Guyana. Toen we daar aankwamen, kregen we een korte uitleg over Orealla verteld door een Guyanees.


We maakten een wandeling door Orealla. Het was een mooi dorpje met vriendelijke mensen. Guyana lijkt enorm veel op Suriname. Plotseling begon het hard te regenen. Het was gevaarlijk glad op flip flops, dus ik heb op blote voeten door de modder gewandeld. Ik was hierdoor een eind achterop geraakt. Ik maakte van deze gelegenheid gebruik en ik heb een beetje gebruld in de gietende regen… zaaaaaalig was het!!!! Ik voelde me goed en was superblij. Elke dag dankbaar dat ik zoveel mooie ervaringen mag opdoen en kan genieten van de beloning waarvoor ik jarenlang alles heb gegeven en geofferd.


Na een Chinese lunch in Orealla, gingen we terug op de boot richting krijtrotsen. Het was niet echt zwemweer deze keer, dus we bleven niet lang. Ik zat eeeeeindelijk eens helemaal vooraan in de boot, omdat ik voor de verandering eens snel was.


We vaarden met een verdacht grote snelheid terug naar Southdrain. We gingen de wilde golven tegemoet omringd door zware en donkere wolken en een felle wind. Vooraan vingen we vooral de wind en de schokken op en achteraan vingen ze vooral water op. Het was echt erg om te zien. Femmi zag op den duur helemaal blauw en Ileen had een rode neus van al dat water over zich. Toen Southdrain in zicht was, viel er ineens een grote stortbui. Alles en iedereen in de boot werd kletsnat. We zagen geen steek meer. Het was best wel eng. We kregen precies een gratis, gevaarlijke attractie.


Heelhuids meerden we aan bij het strand. Charline viel bij het uitstappen toch wel elegant in het water zeker. De meesten hadden zich omgekleed en stapten droog op de bus. Met loeiharde muziek van UB40 reden we terug naar Nieuw-Nickerie. ’s Avonds hebben we nog eens in CMK gegeten. Het was lang geleden… sinds onze allereerste week in Suriname. Waar is de tijd toch gebleven? Het is nu nog maar 29 dagen te gaan!


Ooooooh, het was een zalig weekend waar ik altijd met een lach naar zal terugkijken.


Next trip in line: Voltzberg !

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!